Home > Ziektebeelden > Neurologie > Cerebrale bloeding en ischemie >

Transiënte ischemische attack (TIA)

Inleiding

Een transiënte ischemische attack (TIA) is een focale hersenischemie die plotselinge neurologische tekorten produceert die < 1 uur duren. De diagnose is klinisch. Carotis endarterectomie, anti-bloedplaatjes geneesmiddelen, en warafin verlagen het risico op een beroerte na varschillende typen van een TIA.

Een TIA is vergelijkbaar met een ischemische beroerte behalve dat nu de symptomen < 1 uur duren; de meeste TIA’s duren < 5 minuten. Infarctie is zeer onwaarschijnlijk als de tekorten oplossen binnen 1 uur. Tekorten die spontaan oplossen binnen 1 tot 24 uur hebben op diffusie-gewogen MRI en andere studies laten zien dat ze vaak vergezeld worden door infarctie en worden dus niet langer gezien als TIA’s. TIA’s komen het meest voor bij mensen van middelbare leeftijd en ouderen. TIA’s verhogen het risico op een beroerte aanzienlijk, beginnend in de eerste 24 uur.

 

Oorzaken

De meeste TIA’s worden veroorzaakt door embolie, meestal van de carotis- of vertebrale arteriën, hoewel de meeste oorzaken van een ischemische beroerte ook kunnen resulteren in TIA’s. Zelden zijn TIA;s het gevolg van verminderde perfusie vanwege ernstige hypoxemie, verminderde O2-dragende capaciteit van het bloed (bijv. diepe anemie, koolstofmonoxide vergiftiging), of toegenomen viscositeit van het bloed (bijv. ernstige polycytemie), vooral in hersenarteriën met reeds bestaande stenose. Systemische hypotensie veroorzaakt meestal geen cerebrale ischemie tenzij het ernstig is of arteriële stenose reeds bestaat omdat de autoregulatie de bloedstroom van de hersenen handhaaft in de buurt van de normale niveaus over een breed scala aan systemische bloeddrukken. Bij het subclavian steal syndrome, ‘steelt’ een subclavia arterie, gestenoseerd proximaal van de oorsprong van de vertebrale arterie,  bloed van de vertebrale arterie (waarin de bloedstroom terugkeert) om de arm tijdens inspanning te voorzien, wat signalen van vertebrobasilaire ischemie veroorzaakt. Soms treden TIA’s op bij kinderen met een ernstige cardiovasculaire aandoening die embolie of een erg hoge Hct produceert.

 

Symptomen

Neurologische tekorten zijn vergelijkbaar met die van beroertes. Voorbijgaande monoculaire blindheid (amaurosis fugax), die meestal < 5 minuten duurt, kan voorkomen wanneer de ophtalmische arterie wordt beïnvloed. De symptomen beginnen plotseling, duren meestal 2 tot 30 minuten, en lossen dan volledig op. Patiënten kunnen dagelijks verschillende TIA’s hebben, of slechts 2 of 3 gedurende meerdere jaren. De symptomen zijn vaak vergelijkbaar bij opeenvolgende carotis aanvallen maar variëren iets bij opeenvolgende vertebrobasilaire aanvallen.

 

Diagnose

De diagnose wordt retrospectief gesteld wanneer plotselinge neurologische tekorten die verwijzen naar ischemie in een arterieel gebied oplossen binnen een uur. Geïsoleerde perifere faciale zenuwpalsy, bewustzijnsverlies, of verminderd bewustzijn duidt niet op een TIA. TIA’s moeten onderscheiden worden van andere oorzaken van vergelijkbare symptomen (bijv. hypoglycemie, migraine aura, postictale [Todd's] paralyse). Omdat een infarct, een kleine bloeding, en zelfs een grote lesie klinische niet uitgesloten kunnen worden, is neurobeeldvorming vereist. Meestal is CT het onderzoek die het meest waarschijnlijk onmiddellijk beschikbaar is. Echter, het kan zijn dat CT  infarcten >24 uur niet kan identificeren. MRI detecteert een ontwikkelende infarctie meestal binnen uren. Diffusie-gewogen MRI is de meest accurate beeldvormingtest om een infarct uit te sluiten bij patiënten met een vermoedelijke TIA, maar is niet altijd beschikbaar.

De oorzaak van een TIA wordt gezocht als die van ischemische beroertes, waaronder tests voor carotis-stenose, cardiale bronnen van een embolie, atriumfibrillatie, en hematologische afwijkingen en onderzoek naar risicofactoren voor beroertes. Omdat het risico op een latere ischemische beroerte hoog en onmiddellijk is, wordt de evaluatie snel voortgezet, meestal op een inpatient basis. Het is niet duidelijk welke patiënten, indien die er zijn, veilig kunnen worden ontslagen van de spoedafdeling.

 

Behandeling

De behandeling is gericht op het voorkomen van beroertes; anti-bloedplaatjes geneesmiddelen worden gebruikt (zie CVA). Carotis endarterectomie of arteriële angioplastie plus stenten kan nuttig zijn voor sommige patiënten, vooral patiënten die geen neurologische tekorten hebben maar die een hoog risico hebben  op een beroerte. Acenocoumarol is geïndiceerd als er cardiale bronnen van embolie aanwezig zijn. Het wijzigen van de risicofactoren voor een beroerte, wanneer mogelijk, kan een beroerte voorkomen.


Bron

  1. M. Donaghy. Brain's Diseases of the Nervous System. 12th edition. Oxford University Press (USA).
  2. J. Biller. Practical Neurology. 3rd edition 2008. Lippincott Williams & Wilkins.
  3. C. Clarke, R. Howard, M. Rossor, S.D. Shorvon. Neurology: A Queen Square Handbook. 1st edition 2009. Wiley-Blackwell.
Laatste update: 28-10-2011